arbeider - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ar-bei-der
1. iemand die lichamelijk werk doet waar weinig opleiding voor nodig is
♢ er werkten in 1900 veel arbeiders in de fabrieken
1. gastarbeider
[arbeider uit het buitenland die hier werkt]
Zelfstandig naamwoord: ar-bei-der
de arbeider
de arbeiders
het arbeidertje
Synoniemen
werker
Gepubliceerd op 14-11-2017
arbeider
betekenis & definitie