weinig - bijwoord, telwoord
uitspraak: wei-nig
1. niet dikwijls
♢ we gaan weinig uit
1. klein in hoeveelheid, hoogte of aantal
♢ er zaten weinig mensen in de trein
1. het is weinig, maar uit een goed hart
[zeg je als je wat je aanbiedt maar gering vindt]
2. ergens weinig van hebben
[er niet op lijken]
3. weinig of niets
[zo goed als niets]
Bijwoord: wei-nig
Tegenstellingen
dikwijls, frequent, meermaals, meermalen, menigmaal, regelmatig, vaak, veel, veelvuldig
Telwoord: wei-nig
... is minder dan ...
het minst
weinigen
Synoniemen
gering, pover
Tegenstellingen
bende, boel, ettelijke, hoop, massa, stoot, talrijk, tig, veel
Gepubliceerd op 30-11-2017
weinig
betekenis & definitie