arbeiden - regelmatig werkwoord
uitspraak: ar-bei-den
1. een taak verrichten, iets doen
♢ hij arbeidt van de vroege morgen tot de late avond
Regelmatig werkwoord: ar-bei-den
ik arbeid
jij/u arbeidt
hij/zij arbeidt
wij/zij/jullie arbeiden
ik/jij/u/hij/zij arbeidde
wij/zij/jullie arbeidden
hij heeft gearbeid
Synoniemen
werken
Tegenstellingen
luieren
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk