arbeid - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ar-beid
1. wat je doet om geld te verdienen
♢ we moeten eens aan de arbeid
1. het schuim van de handel is beter dan de room van de arbeid (TB)
[met de handel kun je meer verdienen dan met hard werken]
2. intellectuele arbeid
[werk waarbij je veel moet nadenken]
Zelfstandig naamwoord: ar-beid
de arbeid
Synoniemen
dienst, werk
Tegenstellingen
vakantie
Gepubliceerd op 14-11-2017
arbeid
betekenis & definitie