Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

afrekenen

betekenis & definitie

afrekenen - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-re-ke-nen

1. geld geven in ruil voor iets anders
ober, mag ik de koffie even afrekenen?
1. afrekenen graag!
[verzoek om te mogen betalen]
2. er niets meer mee te maken willen hebben
♢ zij heeft met haar verleden afgerekend

Regelmatig werkwoord: af-re-ke-nen
ik reken af (... ik afreken)
jij/u rekent af (... jij afrekent)
hij/zij rekent af (... hij afrekent)
wij/zij/jullie afrekenen
ik/jij/u/hij/zij rekende af (... ik afrekende)
wij/zij/jullie rekenden af (... wij afrekenden)
hij heeft afgerekend
de/het/een afgerekende ....

Synoniemen
bekostigen, betalen, kwijten, voldoen