ruil - zelfstandig naamwoord
1. overgave van het een tegen het ander
♢ Wilhelm stelde een ruil voor: ik jouw fiets en jij mijn step
1. een goede ruil doen
[meer ontvangen dan je geeft]
2. in ruil voor
[dat moet je ervoor inleveren]
Zelfstandig naamwoord: ruil
Synoniemen
uitwisseling, wisseling
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.