afrekening - zelfstandig naamwoord
uitspraak: af-re-ke-ning
1. betaling van een schuld of aankoop
♢ de eindafrekening van het project bedroeg 10.000 euro
2. geschreven bewijs van het afrekenen
♢ alstublieft, hier is de afrekening
3. het wraak nemen op iemand
♢ de dood van deze crimineel was een afrekening
Zelfstandig naamwoord: af-re-ke-ning
de afrekening
de afrekeningen
Gepubliceerd op 14-11-2017
afrekening
betekenis & definitie