afrekenen
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
afrekenen - Werkwoord 1. (inerg) een aankoop of schuld betalen ♢ Ober, ik zou graag willen afrekenen. 2. iets of iemand genoegdoening geven voor geleverde diensten en aangedaan leed zodat men weer met een schone lei kan beginnen ♢ De boze man eiste volledig af...
Muiswerk Educatief (2017)
afrekenen - regelmatig werkwoord uitspraak: af-re-ke-nen 1. geld geven in ruil voor iets anders ♢ ober, mag ik de koffie even afrekenen? 1. afrekenen graag! [verzoek om te mogen betalen]...
Peter Bakema (2003)
een einde maken aan, afhandelen. De zanger moet echter afrekenen met het protest van allerlei fatsoensrakkers, wat uiteraard een prima gelegenheid is om een televisiereportage te maken over het nieuwe ‘fenomeen’, enzovoort. DM, 16-08-2002. - met pijn/moeilijkheden enz. af te rekenen hebben, met pijn/moeilijkheden enz. te kampen...
Van Dale Uitgevers (1950)
(rekende af, heeft afgerekend), 1. bij het rekenen een veelheid van een zeker bedrag aftrekken, in mindering brengen: zon- en feestdagen afgerekend, zijn er 300 werkdagen in een jaar ; 2. (een openstaande rekening of schuldvordering) geheel verrekenen, afdoen, meestal zonder uitgedrukt object: nagaan hoeveel men (elkander) schuldig is en da...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: