aankunnen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: aan-kun-nen
1. er groot of slim of sterk genoeg voor zijn
♢ Iris kan het huiswerk echt wel aan
Onregelmatig werkwoord: aan-kun-nen
ik kan aan (... ik aankan)
jij/u kunt aan (... jij aankunt)
hij/zij kan aan (... hij aankan)
wij/zij/jullie kunnen aan (... wij aankunnen)
ik/jij/u/hij/zij kon aan (... ik aankon)
wij/zij/jullie konden aan (... wij aankonden)
hij heeft aangekund
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk