slim - bijvoeglijk naamwoord
1. wie het vlug snapt en snel reageert
♢ Maikel is een slimme leerling
1. wie niet sterk is, moet slim zijn
[wie geen kracht heeft, moet zijn verstand gebruiken]
2. iemand te slim af zijn
[ervoor zorgen dat zijn plannen niet doorgaan]
Bijvoeglijk naamwoord: slim
... is slimmer dan ...
het slimst
de/het slimme ...
iets slims
Synoniemen
goochem, intelligent, pienter, scherpzinnig, schrander, snugger, vernuftig
Tegenstellingen
dom, onnozel, stom, suf, sullig
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk