Gepubliceerd op 22-06-2017

Tweelingen

betekenis & definitie

Eeneiige tweelingen hebben niet alles hetzelfde.

Er is altijd veel onderzoek gedaan onder tweelingen. Tweelingen zijn onmisbaar voor bepaald soort onderzoek, omdat zij als enigen worden geboren met precies dezelfde erfelijke eigenschappen. Zowel een- als twee-eiige tweelingen worden onderzocht en met elkaar vergeleken. Ze worden onderzocht op hun gedrag, maar ook op lichamelijke aspecten. Zo wordt onderzocht hoe de ontwikkeling van de hersenen bij kinderen verloopt en of er overeenkomsten te vinden zijn op het gebied van hart- en vaatziekten.

In het verleden zijn er verschillende theorieën bedacht die verklaarden of de mens zijn manier van gedragen al meekrijgt bij zijn geboorte of dat een baby helemaal blanco wordt geboren en dat al zijn gedrag wordt aangeleerd. Door middel van tweelin- genonderzoek is men veel te weten gekomen over het gedrag van mensen en heeft men onderscheid kunnen maken in gedrag dat erfelijk bepaald is en gedrag dat ontstaat onder invloed van de omgeving. Een eeneiige tweeling heeft precies dezelfde erfelijke eigenschappen. Door de omgeving te veranderen waarin tweelingen opgroeien, kwam men te weten wat er gelijk blijft in het gedrag van een tweeling en wat er verandert als je ze van elkaar scheidt. Verandering in gedrag werd toegeschreven aan een andere manier van opvoeden.

Bij vroeger tweelingenonderzoek werden ouderloze eeneiige tweelingen die in een kindertehuis waren geplaatst expres gescheiden en in twee totaal verschillende omgevingen ondergebracht voor onderzoek. Een van de tweeling bleef in een tehuis met normale verzorging maar met weinig persoonlijke aandacht en de ander werd in een liefdevol gezin opgenomen. Er ontstond duidelijk verschil in het gedrag, dat dus werd toegeschreven aan de verzorging die de tweeling kreeg, dus aan de invloed uit de omgeving. Gelukkig worden dit soort onderzoek niet meer gedaan met kinderen.

Tegenwoordig gaan de meeste ontwikkelingspsychologen ervan uit dat de mens geboren wordt met een aantal eigenschappen die invloed zullen hebben op zijn latere gedrag. De manier waarop een kind wordt opgevoed zal een belangrijke invloed hebben op zijn latere gedrag. De erfelijke eigenschappen zijn het gereedschap waarmee je op de wereld komt en die je kunt gebruiken of niet.

Je moet een tweeting heet verschittend benaderen. Vooral een eeneiige tweeling doet voor een groot deel dezelfde ervaringen op, omdat ze ook qua aard en qua karakter veel op elkaar lijken. Geforceerd proberen te doen of de tweeling heel verschillend is, zal niet veel effect hebben.

Een tweeling merkt dagelijks dat er iemand in zijn buurt is die in heel veel dingen hetzelfde is als hij of zij. Niet samen mogen zijn zal een onnatuurlijk gevoel geven. Het is vanzelfsprekend datje veel optrekt met iemand die je heel erg ligt. Ook broertjes en zusjes die niet even oud zijn maar die goed bij elkaar passen, gaan graag met elkaar om. Daarom zal het vaak voorkomen dat een tweeling hetzelfde wil doen of dezelfde vriendschappen kiest. Het nadeel van veel samen doen is dat een tweeling zo dicht op elkaar opgroeit, dat er weinig ruimte is voor het ontwikkelen van een eigen persoonlijkheid, die losstaat van de ander.

Bij een tweeling wordt ook extra op de verschillen gelet, juist omdat ze zoveel op elkaar lijken. Voor een tweeling kan dat heel verwarrend zijn omdat ze merken dat mensen het zo leuk vinden dat ze zo op elkaar lijken, maar toch verschil willen zien. Zowel gelijkenis als verschil wordt bij een tweeling extra sterk benadrukt. Kinderen kunnen hierdoor het idee krijgen altijd als een helft van iets gezien te worden, terwijl ieder kind het nodig heeft om als een eigen persoon gezien te worden, los van eventuele broers of zusjes.

Bij opvoeden is het in zekere zin wel nodig om op verschillen te letten, maar alleen om erachter te komen wat elk van de tweeling apart van elkaar op een bepaald moment nodig heeft. Bij een tweeling zullen de behoeften voor een groot deel hetzelfde zijn, maar ze kunnen ook verschillen.

Het gevaar bestaat dat de omgeving ze als twee gelijke, bij elkaar horende kinderen beschouwt en daarom ook altijd dezelfde reacties in gedrag vertoont bij beide kinderen. Die houding kan eraan meewerken dat een tweeling niet de kans krijgt om zich als twee aparte personen te kunnen ontwikkelen.

De meeste tweelingen vinden het niet leuk om verwisseld te worden, alhoewel ze er ook wel eens misbruik van kunnen maken, door eikaars proefwerk te maken of later samen een rijbewijs te gebruiken.

Je kunt als ouders niet veel doen om de tweeling goed uit elkaar te kunnen houden

Je kunt er heel wat aan doen om verwisseling bij een tweeling te voorkomen. Dat begint al met namen kiezen die in klank niet op elkaar lijken zoals. Sascha en. Mascha of. Peter en. Pieter. Als een tweeling wat groter is, helpt het om ze niet precies dezelfde kleding te geven en hun haar anders te laten knippen of een ander kapsel te maken bij een meisjestweeling. Daarnaast helpt het ook als ouders zelf niet steeds over de tweeling praten, maar over twee aparte kinderen en hun verschillen met waardering te benadrukken. Hierdoor geef je als ouders het goede voorbeeld en laat je merken dat kinderen van een tweeling toch ook twee aparte personen zijn.

Een tweeling moet je precies gelijk op voeden

Een (eeneiige) tweeling opvoeden is heel anders dan een een- ling opvoeden. De vraag is of je er goed aan doet ze zoveel mogelijk gelijk te behandelen, of moeten ze juist als twee aparte kinderen worden opgevoed?

Ook al lijkt een tweeling sprekend op elkaar, toch blijven ze aparte kinderen die ook apart en misschien wel verschillende aandacht nodig hebben. Het is dus én een tweeling én het zijn twee aparte kinderen. Zo kun je dus ze ook het best opvoeden. Soms kun je ze gelijk behandelen en op andere momenten niet, omdat de een meer nodig heeft dan de ander.

Als een tweeling alles samen wil doen, kun je als ouder laten merken datje daar niet altijd zin in hebt. Het is voor een ouder vaak veel leuker om iets met één kind te doen dan altijd alles met twee kinderen.

Een band opbouwen met een tweeling kan lastiger zijn dan met één kind, omdat je jezelf moet verdelen. Daarom is het juist voor ouders van een tweeling van belang om vaak iets met elk kind apart te ondernemen om de band met elk van de kinderen apart te verstevigen. Met zijn tweeën zijn geeft meer kans op persoonlijke gesprekken dan wanneer je altijd met zijn drieën of vieren bent.

De aard van het kind en zijn gedrag zijn de uitgangspunten om de meest geschikte manier van opvoeden te vinden. Ouders kunnen bekijken in hoeverre ze al of niet mee willen gaan in de wensen en behoeften van hun kind en in hoeverre een kind zich zal moeten aanpassen aan wensen en regels van zijn ouders. Datzelfde geldt voor een tweeling.

Het belangrijkste voor de ontwikkeling van een twee- of meerling is dat ze zelf mogen laten merken dat ze naar elkaar toe trekken en een sterke band hebben, maar dat anderen ze als twee aparte kinderen blijven zien en behandelen.

Een kind van een tweeting wordt nooit een eigen persoon, hij blijft altijd een van de twee

Voor een meerling is het ontstaan van een zelfbeeld nog iets ingewikkelder dan bij een eenling. Vooral een eeneiige tweeling doet voor een groot deel dezelfde ervaringen op, omdat ze qua aard en qua karakter veel op elkaar lijken.

Een tweeling merkt dagelijks dat er iemand in zijn buurt is die in heel veel dingen hetzelfde is als hij. Het nadeel van veel samen zijn met je tweelingbroer of -zus is dat er weinig ruimte is voor het ontwikkelen van een eigen persoonlijkheid, die losstaat van de ander.

Met het geven van complimenten, beloningen en correcties kun je een tweeling beter niet over één kam scheren, al is die neiging groot als kinderen veel samen optrekken. Bij het opvoeden van een tweeling is het goed om op hun verschillen te letten. Zo kom je erachter wat elk kind apart op een bepaald moment nodig heeft. Misschien heeft een van de twee meer complimenten nodig omdat hij onzekerder is. Misschien probeert een van de twee de ander wat te overvleugelen, die dan wat aandacht te kort komt.

Het contact van ouders en kinderen is altijd een wisselwerking. Als een kind zich op een bepaalde manier gedraagt, zal een bepaalde ouder zich op een bepaalde manier tegen het kind gedragen en als een ouder zich op een bepaalde manier gedraagt tegen een kind, heeft dat weer effect op het gedrag van een kind. Bij een tweeling bestaat het gevaar dat ouders beide kinderen als twee gelijken beschouwen, als bij elkaar horende kinderen, waardoor ze ook altijd dezelfde reacties in gedrag vertonen bij elk van de tweeling. Die houding kan eraan meewerken dat de kinderen niet de kans krijgen om zich als twee aparte personen te ontwikkelen.

Een tweeling loopt het risico om vaak beoordeeld te worden als een van twee of als eenheid, en te weinig als eenling. Dat kan het lastig maken voor een tweeling om een eigen zelfbeeld te ontwikkelen.