Opruimen hoef je een kind niet te leren.
Opruimen is iets wat geleerd moet worden. Bij een kind dat van nature vrij ordelijk is ingesteld, zal dat gemakkelijker gaan dan bij een zogenaamde sloddervos. Maar ieder jong kind heeft eerst hulp nodig bij leren opruimen, want hij weet nog niet hoe het moet. Kleine kinderen kunnen leren opruimen in de vorm van een spelletje in sorteren. Grote blokjes bij de grote en kleine blokjes bij de kleine, liefst met de hulp van papa of mama.
Leren opruimen gaat gemakkelijker met behulp van beloning. De beste beloning zal zijn dat een kind op den duur merkt dat hij door goed op te ruimen zelf de spulletjes kan vinden die hij nodig heeft. Liggen alle treinonderdelen keurig in dozen, dan valt er beter mee te spelen. Als je je kind van jongs af aan leert om zijn jasje aan de kapstok te hangen en zijn schoenen altijd in de gang te zetten, weet hij zelf ook altijd waar ze staan. Ouders klagen er vaak over dat grote kinderen hun wasgoed maar laten slingeren en het niet in de wasmand stoppen. Als ouders het zelf blijven doen, merken kinderen niet dat hun lievelings- spijkerbroek nog niet schoon is op het moment dat ze hem willen dragen. Juist die vervelende ontdekking helpt om te leren eraan te denken de vuile was wel in de wasmand te stoppen. Regelmatig laten merken dat je blij bent als ze hun spullen wel hebben opgeruimd werkt heel stimulerend. Een complimentje op zijn tijd werkt beter dan alleen boos worden als een kind iets niet heeft gedaan.
Maak afspraken over opruimen, zoals: 'Je mag pas buiten spelen als je eerst je speelgoed hebt opgeruimd,' of: 'De tv mag niet aan als de kamer nog een grote bende is.' En houd kinderen daar dan ook aan. Anders hebben afspraken zeker geen effect.
Kleine kinderen vinden het zelf overigens vaak prettig als alles altijd op dezelfde manier wordt opgeborgen. Het geeft ze houvast.
