beschermd weidegebied voor vogels die zich bij voorkeur in gras- en hooilanden ophouden. De Ned. veenweidegebieden zijn de belangrijkste broedplaats van Europa voor weidevogels als tureluur, grutto (90 % van de Europese populatie), watersnip, snip, kemphaan en kievit.
Door intensivering van de landbouw dreigt deze rijkdom echter verloren te gaan. Door verlaging van de grondwaterstand kunnen de weilanden vroeger worden gemaaid en komt het vee vroeger in de wei. Hierdoor worden vele nesten en jongen resp. vernield en vertrapt. Bovendien verdwijnt het kenmerkende weidemilieu en daarmee het voedsel van de vogels. Het aantal broedparen loopt daardoor snel terug.Diverse organisaties en vrijwilligers proberen echter elk op hun eigen wijze de teloorgang tegen te gaan. Met merkstokken en nestbeschermers probeert men wel vernietiging van nesten te voorkomen; verder koopt men de belangrijkste broedgebieden aan en richt deze als reservaat in. Het is echter niet eenvoudig in een diep ontwaterd gebied het waterniveau in de reservaten op peil te houden, vooral als de reservaten klein zijn. Op lange termijn zijn de instelling van grote reservaten en een ander landbouwbeleid de enige redding voor de weidevogels. Weidevogelreservaten liggen in Waterland en in Friesland.
In België bestaan geen eigenlijke weidevogelreservaten. Wel zijn er gebieden met een belangrijke weidevogelpopulatie, nl. in het noorden van de prov. Limburg en Antwerpen en in de polders langs de Noordzeekust.
Litt. Ned. Vereniging tot Bescherming van Vogels, Weidevogels in de verdrukking (1980).