Gepubliceerd op 01-12-2020

landbouwbeleid

betekenis & definitie

Het landbouwbeleid heeft betrekking op o.a. de voedselvoorziening, de prijzen van de produkten, de arbeidsen produktieomstandigheden.

Ongeveer 75 % van het platteland wordt gebruikt voor land- en bosbouw, die daardoor de belangrijkste beheersvorm van de ‘groene’ ruimte vormen. Het beleid met betrekking tot de produktieomstandigheden wordt gevormd door beheers- en inrichtingsmaatregelen, waarbij rekening wordt gehouden met alle belangen die, naast land- en bosbouw, in het landelijk gebied aanwezig zijn, zoals bewoning, natuur en openluchtrecreatie. Voor de voorbereiding en de uitvoering van dit beleid wordt gebruik gemaakt van verschillende beleidsinstrumenten zoals wetgeving, voorlichting, onderwijs en onderzoek.

De inrichtingsmaatregelen hebben betrekking op o.a. de structuur van de bodem, de ligging, vorm en grootte van de percelen, de aan- en afvoer van water, de ligging en de inrichting van de boerderijen, plattelandswegen, fietspaden en de aankleding van het landschap met bomen, struiken, wilde planten, waterpartijen. Wordt de inrichting van een gebied in zijn geheel aangepast aan de wensen van de samenleving — landbouw, bosbouw, bewoning, recreatie, natuurbescherming, monumentenzorg -, dan spreekt men van landinrichting. Een bijzondere vorm hiervan is de ruilverkaveling, waarbij in hoofdzaak een agrarisch belang wordt gediend.

Er zijn beheersmaatregelen die betrekking hebben op de kwaliteit van de produkten, op de manier waarop de produkten tot stand komen en op de middelen die daarbij worden gebruikt. De kwaliteitsregels voor produkten worden niet alleen gesteld ten behoeve van de volksgezondheid, want ook de verhandelaar en de consument behoren waar voor hun geld te krijgen. Er zijn kwaliteitsregels voor de manier waarop wordt geproduceerd en voor de middelen die daarbij worden gebruikt. Deze dienen ter bescherming van de producent, de verhandelaar, de consument en de biosfeer. Enkele voorbeelden: het gebruik van gezond zaaizaad en pootgoed, de bestrijding van besmettelijke plante- en dierziekten, alternatieve teeltwijzen (scharreleieren), het welzijn van de dieren, het gebruik van meststoffen, het verpachten van landerijen, het beheer van bossen.

Een andere groep van beheersmaatregelen betreft het samengaan van landbouw en natuurbeheer door de inschakeling van de boeren bij het beheer en het onderhoud van waardevolle cultuurlandschappen, d.w.z. de door de boeren in de loop der eeuwen gemaakte landschappen. Hierbij valt te denken aan het onderhoud van houtwallen en heggen, het maaien van gras niet eerder dan na afloop van het broedseizoen van weidevogels e.d. (→ beheersovereenkomst) .