Gepubliceerd op 01-12-2020

stadsverwarming

betekenis & definitie

het verwarmen van een groot aantal woningen en gebouwen vanuit een centrale warmtebron. Stadsverwarming is een belangrijke vorm van energiebesparing omdat zij gekoppeld kan worden aan de produktie van elektriciteit.

Voor het maken van elektriciteit is nl. warmte nodig. Maar niet alle warmte die uit de fossiele brandstoffen of uraan komt, kan benut worden voor de elektriciteitsproduktie. Een zeer groot deel (60—70 %) van de geproduceerde warmte moet als restwarmte afgevoerd worden. Dit wil niet zeggen dat deze warmte niet bruikbaar zou zijn. Voor de elektriciteitsproduktie is zij echter niet meer nuttig, omdat de temperatuur daarvoor te laag is. Wel is deze warmte nog te gebruiken voor ruimteverwarming.

Kenmerkend voor stadsverwarming is dan ook dat, eventueel zonder opwekking van elektriciteit, op een centraal punt warmte wordt geproduceerd en gedistribueerd naar de afnemers. Het warme water wordt daarbij geleverd via een hoofdleiding, een distributieleiding en een aansluitingsleiding.Bij de directe levering stroomt het warme water direct door de radiatoren en bij de indirecte levering is een warmtewisselaar geplaatst tussen aansluitingsleiding en huisleidingen. Het verbruikte water wordt weer teruggevoerd. Veelal zijn bij de stadsverwarming hulpketels nodig die extra warmte kunnen leveren als de warmtevraag groot is of als de warmte/krachtcentrale buiten bedrijf gesteld is. Het warmteverlies dat tijdens transport en distributie optreedt, is ca. 10 %.

Naast de energiebesparing heeft stadsverwarming als voordeel dat maar op één plaats fossiele brandstoffen worden gestookt. De schadelijke stoffen die daarbij vrijkomen, zijn bij een centrale veel beter uit het afvalgas te verwijderen dan bij individuele installaties.

Hoewel de stadsverwarming na 1973 in de belangstelling kwam, is zij niet nieuw. Al meer dan 50 jaar geleden is in Utrecht een stadsverwarming aangelegd, waarbij door de elektriciteitsmaatschappij warmte werd geleverd aan het Academisch Ziekenhuis. Grote delen van Utrecht zijn nu aangesloten. In Rotterdam is na de Tweede Wereldoorlog een stadsverwarmingssysteem gebouwd. De uitvoering van een stadsverwarmingssysteem is in bestaande woonwijken een kostbare zaak, o.a. vanwege de aanwezigheid van een groot aantal leidingen en kabels in de grond. Andere steden waar stadsverwarming aangelegd is of zal worden, zijn o.a. ’s-Gravenhage, Rotterdam, Capelle, Almere, Nieuwegein, Purmerend, Dordrecht, Helmond, Tilburg en Breda. Voor een aantal andere plaatsen wordt de mogelijkheid nog nagegaan.

In landen als de USSR, Scandinavië en de BRD komt stadsverwarming al vrij veel voor.

In België wordt stadsverwarming vooralsnog slechts op beperkte schaal toegepast (ongeveer 0,5 % van de totale huishoudelijke verwarming). In 1981 waren er netten in Aalst, Bressoux, Gent, Merksem en Verviers. Het geïnstalleerde vermogen van deze netten bedroeg ca. 560 MW. Zij leverden warmte aan (ca. 6000) woningen, scholen en ziekenhuizen en (ca. 200) industriële ondernemingen. Uitbreiding van de netten is in voorbereiding.

< >