het besparen van energie door minder energie te verspillen en de wel benodigde energie efficiënter te gebruiken. Door energiebesparing wordt de met de energie-opwekking samenhangende milieubelasting het meest effectief verminderd.
Daarbij wordt er ook op schaarse grondstoffen bespaard.Technische maatregelen tot besparing richten zich vooral op rendementsverbetering van de energie-opwekking en op → isolatie. Bij de elektriciteitsopwekking levert m.n. → warmte-krachtkoppeling besparingen op. Bij de gangbare elektriciteitsopwekking wordt in het gunstigste geval ca. 45 % van de warmte omgezet in elektriciteit. De rest gaat verloren en wordt met het koelwater geloosd in rivieren. Door warmte-krachtkoppeling wordt deze restwarmte gebruikt voor ruimteverwarming (stadsverwarming, tuinbouwkassen) of voor industriële processen. Het rendement neemt daardoor met 25—30 % toe.
Voor de verwarming van huizen is de zgn. Hoog Rendementsketel ontwikkeld, die een rendement heeft van 95 %, terwijl normale centrale-verwarmingketels een rendement hebben van 70-80 %. Door het aanbrengen van dak-, vloer- en spouwmuurisolatie en van dubbele beglazing bespaart men op het energieverbruik 20-30 %. Ook door het bewuster en zuiniger gebruik maken van energie, zijn besparingen mogelijk: thermostaat lager zetten, rustiger rijgedrag in het verkeer, waakvlam uitdoen enz. Door relatief eenvoudige gedragsaanpassingen zijn besparingen tot ca. 20 % mogelijk.
