Gepubliceerd op 01-12-2020

sulfiet

betekenis & definitie

zout van zwaveligzuur, met als kenmerkend bestanddeel het sulfietion (SO3"). Vaak duidt men met sulfiet het natriumsulfiet aan.

Sulfiet is een conserverend en kleurbehoudend middel (antioxidant). Het wordt op grote schaal door de levensmiddelenindustrie gebruikt als additief. Van nature komt sulfiet niet in het voedsel voor. Volgens de Ned. Warenwet is sulfiet toegestaan als conserveermiddel in o.a. wijn (200450 ppm, afhankelijk van de soort), limonadesiroop (250 ppm), abrikozen en rozijnen op sap (250 ppm), jam (75 ppm), vruchtenlimonadesiroop (75 ppm) en ijs (50 ppm); als kleurbehoudend middel in gedroogde blanke groente (250-500 ppm), gedroogde aardappelpuree (100 ppm), verduurzaamde uien (75 ppm), voorgeschilde aardappelen (50 ppm) en diepgevroren blanke groenten (50 ppm). De Belg. wetgeving laat het gebruik van sulfiet toe in o.a. gedroogde vruchten en vruchtenconserven (tot 500 ppm), wijn (175—250 ppm, afhankelijk van de soort), uienconserven (50 ppm), aardappelpuree (100 ppm), voorgeschilde aardappelen (15 ppm).

Sulfiet breekt vitamine B, (thiamine) in het lichaam af. De aanvaardbare dagelijkse opname (ADI) is 0,7 mg per kilogram lichaamsgewicht, mits de thiamine-opname voldoende is. Bij een hoge wijnconsumptie kan de ADI gemakkelijk worden overschreden.