De vervaardiging van ijzer en staal is een complex proces, dat in vier grote procesonderdelen gesplitst kan worden: grondstofvoorbereiding; ruwijzerproduktie; staalfabricage; walserij en oppervlaktebehandeling. De voornaamste bronnen van milieubelasting zijn de luchtverontreiniging, de geluidsoverlast, de waterverontreiniging en de afvalstoffenproblematiek.
De luchtverontreiniging bestaat vooral uit stofoverlast: ca. 10000 t per jaar. Daarnaast zijn er luchtverontreiniging door polycyclische aromaten, zwaveldioxide (in Nederland ca. 20 % van de totale landelijke industriële procesemmissies van zwaveldioxide), fluoriden, stikstofoxiden en, meer ondergeschikt, van verdampte olie, fenolen, ammonia en cyaniden. Er is ook sprake van stankhinder. Waterverontreiniging ontstaat door lozing van polycyclische aromaten, zink, lood en andere zware metalen, fenolen, cyanide, ammonia en koelwater met waterconditioneringsmiddelen. In de ruwijzer- en staalindustrie, die in Nederland vrijwel geheel geconcentreerd is bij Hoogovens, worden ca. 100 installaties voor milieubescherming gebruikt waarvan het merendeel gasreinigingsinstallaties.De lozing van zware metalen werd teruggebracht van ca. 380 t per jaar naar ca. 15 t per jaar voor zink, en voor lood van 80 t per jaar naar 3,5 t per jaar. Een algeheel schoonmaakplan voorziet in de bouw van installaties voor slibverwerking, ammoniakverwijdering en verbetering van de bestaande biologische zuiveringsinstallaties. Ook op het gebied van de bestrijding van luchtverontreiniging zijn nog belangrijke verbeteringen mogelijk, zoals het droogblussen van cokes in plaats van afkoeling met water (waarbij schadelijke stoom vrijkomt), toepassing van een gesloten systeem voor de vulling van cokesovens, het continu cokesbereidingsproces en de directe reductie van ijzererts waarmee uit kolen en erts zonder de schakel van de cokesfabricage direct ruwijzer wordt geproduceerd.
Ook de ijzergieterijen en constructiewerkplaatsen behoren tot de metaalindustrie. Ijzergieterijen veroorzaken stof, stank, koolmonoxide, zwaveldioxide, afvalstoffen en geluidshinder. In constructiewerkplaatsen veroorzaken handelingen zoals snijden, lassen en verspanende, vormgevende bewerkingen (b.v. draaien, frezen, boren, slijpen) en oppervlaktebehandelingen (zoals ontvetten, stralen, verven, metalliseren) milieuverontreinigingen. De emissies omvatten o.m. oplosmiddelen, slak, laspoeders, oliën, ijzer, ijzeroxiden (roest), zware metalen, zink(verbindingen), snijvloeistof, verfresten, natriumsulfaat en andere afvalstoffen.
De belasting van het milieu door de galvanische industrie wordt vooral veroorzaakt door emissie van zware metalen (in Nederland ca. 300 t per jaar). De galvanische industrie komt vaak niet tot de toepassing van schone technologie, doordat de veelal kleine bedrijfjes zelf niet over de kennis beschikken om deze technologie te ontwikkelen en toe te passen. Verbeteringen die denkbaar zijn, omvatten b.v. andere produktieprocessen (cyanidevrij, minder giftig chroom, lagere concentraties procesbaden en cadmiumvervangende processen), nieuwe vormen van waterzuivering, terugwinnen van metaalslibstoffen. De belangrijkste schone technologie voor de verwijdering van zware metalen omvat: de ONO-installatie, de chemische behandeling en de recirculatie-installatie met ionenuitwisselaars.