Gepubliceerd op 01-12-2020

Het Zwin

betekenis & definitie

natuurreservaat, gelegen op de Belg.—Ned. grens, met een oppervlakte van 125 ha in België (gemeente KnokkeHeist) en 33 ha in Nederland (gemeente Sluis).

Het Zwin is een overblijfsel van een voormalige zeearm, die eertijds de toegang vormde tot de haven van Brugge, en die door verzanding en indijkingen tot geringe afmetingen werd teruggebracht.

Het Zwin is thans particulier bezit, dat onder de bescherming staat van de Belg. Natuur- en Vogelreservaten en in Nederland van de Stichting Het Zeeuwse Landschap. Door een vakkundig beheer blijven steeds meer vogels er pleisteren en overwinteren, terwijl ook het aantal soorten broedvogels toeneemt, in het bijzonder kok-, zilver- en zwartkopmeeuw, de kievit, scholekster, kluut, tureluur en bergeend. De (kunstmatige) wederinvoering als broedvogel van ooievaar en grauwe gans werd na enkele mislukte pogingen uiteindelijk toch een succes.

De vijvers met allerlei waterwild, waaronder talrijke eendesoorten, en de kooien met de inheemse vogels vormen een attractie met grote didactische waarde, waar jaarlijks tienduizenden vakantiegangers zich een idee kunnen vormen van de avifauna.

In Het Zwin is ook een ringstation, dat belangrijk werk levert voor de kennis van de diverse trekroutes. Het reservaat is ook opgenomen in de Europese lijst van vochtige biotopen. De schorren, die slechts bij springvloed overstroomd worden wat telkens toch het nodige zout in de bodem brengt om de typerende schorreflora in stand te houden zijn begroeid met lamsoor, het ‘zwinnebloempje’ (Limonium vulgare) en daarnaast met de karakteristieke schorreplanten Engels gras, melkkruid, zeeweegbree, zeealsem en kweldergras; op de slikken vindt men o.m. zeekraal, schorrekruid, zeeaster en strandmelde.