het geheel van activiteiten en maatregelen die nodig zijn om een bepaald bos in stand te houden en te laten functioneren binnen de doelstellingen die voor het betrokken bos gelden.
Het gaat hierbij om maatregelen die gericht zijn op zowel de ontwikkeling van de begroeiing (vegetatiebeheer), als de inrichting van het bos (toegankelijkheid, ontsluiting, recreatievoorzieningen e.d.).
In België vindt bosbeheer plaats door het Bestuur van Waters en Bossen. Aangezien ruim 50 % van de Belg. bossen van vele particulieren zijn, is het uitvoeren van goed bosbeheer praktisch onmogelijk.
Hoe de maatregelen worden uitgevoerd hangt af van de aard van de bodem, de opstandstypen en de doelstellingen die voor het desbetreffende bos gelden. Het is niet zo dat overal op dezelfde wijze wordt gekapt, verjongd of verzorgd. Er is globaal een onderscheid te maken tussen maatregelen die min of meer in overeenstemming zijn met de natuurlijke ontwikkelingen in het bos zelf (zgn. natuurvolgend beheer) en maatregelen die daar minder rekening mee houden (technischeconomisch beheer).
De meest extreme vorm van natuurvolgend bosbeheer is in feite het niets-doen.
In 1983 besloot Staatsbosbeheer in Nederland in vijf zgn. bosreservaten het bos geheel aan zijn lot over te laten en er slechts enkele paden open te houden.
Met bosbeheer wordt ook wel bedoeld het bosbeheerteam, de mensen die verantwoordelijk zijn voor het feitelijke beheer.
