bosbeheer
bosbeheer - Zelfstandignaamwoord 1. het nemen van alle maatregelen die nodig zijn om een bos in stand te houden 2. dienst die voornoemde functie vervult Woordherkomst samenstelling van bos en beheer
Wiktionary (2019)
bosbeheer - Zelfstandignaamwoord 1. het nemen van alle maatregelen die nodig zijn om een bos in stand te houden 2. dienst die voornoemde functie vervult Woordherkomst samenstelling van bos en beheer
Muiswerk Educatief (2017)
bosbeheer - zelfstandig naamwoord uitspraak: bos-be-heer 1. het toezichthouden op en instandhouden van bossen ♢ deze boswachters houden zich bezig met bosbeheer Zelfstandig naamwoord: bos-be-heer het bosbeheer
Probos (2016)
Bosbeheer is de praktische toepassing van biologische, natuurkundige, kwantitatieve, beheersmatige, economische, sociale en beleidsmatige uitgangspunten voor verjonging, beheer, gebruik en behoud van bossen om specifieke functies en doelen duurzaam te realiseren Een aanvullende Nederlandse definitie van bosbeheer is: Bosbeheer is het geheel van men...
Oosthoek (1984)
het geheel van activiteiten en maatregelen die nodig zijn om een bepaald bos in stand te houden en te laten functioneren binnen de doelstellingen die voor het betrokken bos gelden. Het gaat hierbij om maatregelen die gericht zijn op zowel de ontwikkeling van de begroeiing (vegetatiebeheer), als de inrichting van het bos (toegankelijkheid, ontsluiti...
drs. L.A. Beeloo (1981)
Alle maatregelen ter verzorging van het bos, de aanplant van jong hout, de bescherming en bewaking, alsmede de verzorging van het wild worden opgedragen aan houtvesters en boswachters; zie bijvoorbeeld: uitdunnen van bossen.
Veerman (1954)
(1) (Ned.) B. noemt men in de bosbouw de organisatie van de leiding van een bosbedrijf. Hiertoe worden grote bosgebieden, zoals b.v. van de Staat, ruimtelijk gesplitst in een aantal beheerseenheden (houtvesterij of bosdistrict), aan het hoofd waarvan een comptabel verantwoordelijk bosbeheerder (houtvester of opperhoutvester) wordt geplaatst. Boven...
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
1. is het leiden van een bepaald bosbedrijf, d.w.z. het voeren van het beheer daarvan. Een groot bosbezit is daartoe verdeeld in houtvesterijen of bosdistricten (Ned. Oost-Indië) aan het hoofd waarvan staat de houtvester of beheerder, een academisch gevormd bosbouwkundige. Een houtvesterij is verder verdeeld in boswachterijen....
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: