Gepubliceerd op 29-06-2020

vliegen

betekenis & definitie

Diverse leden van het Nederlandse koningshuis hebben of hadden een passie voor het vliegen. Het begon met prins Bernhard, die alle mogelijke toestellen vloog en als eerste persoon van koninklijken bloede door de geluidsbarrière brak.

In 1934, op 23-jarige leeftijd, maakte de prins voor het eerst alleen een vlucht. Hij had een paar uur vliegles gehad. Lang duurden die eerste solovluchten niet. Hij belandde bij een tripje in een vijver, waarbij hij slechts een nat pak en een verkoudheid opliep. Zijn ouders verboden hem daarna te vliegen. Toen de koninklijke familie in 1940 naar Engeland was uitgeweken, beproefde de prins zijn geluk bij de Britse Royal Air Force (RAF).

Op 23 september 1940 maakte hij daar zijn eerste vlucht in een Tiger Moth tweedekker op het vliegveld Hatfield. Na de elementaire opleiding kreeg de prins van de chef-vlieginstructeur de kwalificatie ‘exceptional’, maar deze tekende daarbij aan dat de prinselijke leerling zo ‘overconfident’ was dat hij de duizend vlieguren niet zou overleven. Op 24 april 1941 ontving prins Bernhard zijn RAF-wing. Hij was daarmee het eerste lid van het Koninklijk Huis dat zelf een vliegtuig kon besturen. Uit waardering voor zijn prestaties en volharding schonken de Nederlanders in de Verenigde Staten hem op 14 mei 1942 een Beechcraft, de PB-1, die in januari 1945 door een Duits bombardement op het vliegveld Melsbroek bij Brussel werd vernield. In 1941 kreeg de prins de rang van Honorary Air Commodore bij de RAF.

Ook werd hij benoemd tot Chief Netherlands Liaison Officer bij de Britse strijdkrachten, een taak waarbij hij veel kon vliegen. De prins maakte heel wat vluchten met allerlei gevechtsvliegtuigen en ging stiekem ook op operationele oorlogsvluchten mee, tot de Britten hem dat officieel verboden. Toen wendde hij zich tot de Amerikanen en in het bijzonder tot zijn vriend generaal Jimmy Doolittle. Dankzij een goede fles whisky mocht hij diverse oorlogsvluchten boven het bezette Europa meemaken.Na de oorlog vloog de prins al spoedig op de eerste toen ontwikkelde straaljagers. Vele vluchten maakte hij in het regeringsvliegtuig. Vanwege zijn grote kennis werd hij als inspecteur-generaal van de krijgsmacht vaak om advies gevraagd bij de aanschaf van (gevechts)toestellen. Zijn contacten met vliegtuigbouwers, zoals Lockheed, brachten hem in 1976 in ernstige problemen, toen zijn naam genoemd werd in een grote smeergeldzaak. Vliegen was en bleef zijn hartstochtelijke hobby. In de zomer van 1994 beëindigde prins Bernhard een vliegcarrière van 53 jaar, waarin hij meer dan tweehonderd typen vliegtuigen gevlogen heeft.

Bernhards schoonzoon prins Claus heeft wel vlieglessen gevolgd, maar echte passie voor ‘het blauwe meisje’ had hij niet. Dat gold wel voor Claus’ oudste zoon Willem-Alexander. In 1985 behaalde de prins bij de Martinair Vliegschool te Lelystad het brevet privé-vlieger tweede klasse en in 1987 het vliegbewijs B-3. In 1989 behaalde de prins de aantekening op het beroepsbrevet die noodzakelijk is om zware meermotorige vliegtuigen te mogen vliegen. Na zijn afstuderen liep prins Willem-Alexander als reservekapitein vanaf 11 oktober 1993 stage bij de Koninklijke Luchtmacht. Hij werd bij het 334 Squadron tot tweede vlieger op de F27 opgeleid.

Begin november legde hij examen af. Hij moest daarna nog 50 vlieguren maken om het Groot Militair Vliegbrevet (GMB) in ontvangst te kunnen nemen. Hij was daarmee in principe volledig inzetbaar en maakte op 7 december 1993 een ‘medivac’ (medical evacuation) vlucht naar Sarajevo, de hoofdstad van Bosnië waar een burgeroorlog woedde. Wegens mist kon daar echter niet worden geland en moest worden uitgeweken naar Ancona. Vanaf deze Italiaanse basis vloog de prins later die dag drie gewonden met hun familie naar Soesterberg. De bij het GMB behorende vliegerwing werd hem op 18 januari 1994 door zijn grootvader prins Bernhard op de vliegbasis Eindhoven opgespeld.

De Prins van Oranje, die onder meer ook in Afrika voor Amref Flying Doctors heeft gevlogen, is momenteel kolonel van het reservepersoneel van de Koninklijke Luchtmacht. Om zijn vliegerstandaard te kunnen handhaven vliegt de prins regelmatig met het regeringsvliegtuig en als gastvlieger met de Fokker 70 bij KLM Cityhopper. Sinds 2001 is hij in het bezit van het BI-brevet.

In 1966 vervulde de verloofde van prinses Margriet, Pieter van Vollenhoven, zijn dienstplicht bij de Juridische Afdeling Staf Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten in Den Haag. Op vliegbasis Gilze-Rijen volgde hij, na zijn huwelijk in 1967, de vliegeropleiding Klein Militair Brevet en een jaar later, in 1968, werd hij benoemd tot reserveofficier-vlieger bij het 300 Squadron op de vliegbasis Deelen. Pieter van Vollenhoven is reserve-luitenantkolonel van de Koninklijke Luchtmacht.

Ook prins Johan Friso, de tweede zoon van koningin Beatrix, heeft een band met de luchtvaart. Van 1988 tot en met 1994 studeerde de prins lucht- en ruimtevaarttechniek aan de Technische Universiteit Delft. In dit kader liep hij in 1994 stage bij vliegtuigbouwer McDonnell Douglas in Californië. In 1994 behaalde de prins zijn ingenieursdiploma in de luchtvaarttechnische bedrijfskunde. Zijn afstudeerscriptie behandelde de doorlooptijdverkorting van vliegtuigleveranties.