Raderstoomschip der eerste klasse, Zijner Majesteits Valk; 60 meter lang schip dat in 1863 op de Rijkswerf in Amsterdam was gebouwd. Het stoomschip was onder andere in gebruik bij de opening van het Suezkanaal in 1869.
Prins Hendrik ‘de Zeevaarder’ was een van de meest frequente gebruikers van het schip. Zr.Ms. Valk werd in 1882 als opvolger van Zr.Ms. De Leeuw officieel in gebruik genomen als koninklijk jacht door het Koninklijk Huis. Het schip bleef eigendom van de Koninklijke Marine. Behalve de status veranderde ook het uiterlijk van het schip: de vier oorspronkelijke masten moesten plaats maken voor twee grote masten.In de jaren daarop maakte het schip als koninklijk jacht verschillende reizen naar Engeland. In mei 1895 werd het schip buiten dienst gesteld. In 1898, vlak voor de inhuldiging van koningin Wilhelmina, werd het naar de sloop gebracht; alleen de grote versierde deksalon bleef tijdelijk behouden. Bij de vlootschouw van de Koninklijke Marine ter gelegenheid van de inhuldiging werd, bij gebrek aan een koninklijk schip, het visserij-politievaartuig Hr.Ms. Zeehond gebruikt, voorzien van de salon van de Valk.
