Gepubliceerd op 29-06-2020

kiesrecht

betekenis & definitie

Volgens de Grondwet bezitten alle Nederlanders die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt het recht de leden van de Staten-Generaal te kiezen, tenzij zij zijn uitgesloten van het actief kiesrecht. Het recht om zelf gekozen te kunnen worden als volksvertegenwoordiger noemt men het passief kiesrecht.

De grondwettelijke regeling sluit niet uit dat de Koning zelf het kiesrecht uitoefent of gekozen wordt tot lid van de Staten-Generaal. In de praktijk neemt de Koning niet deel aan de verkiezingen, hoewel hij daartoe dus wel bevoegd is. Aan te nemen is dat hij geen lid van de Staten-Generaal kan zijn. Het zou hoogst merkwaardig en onverenigbaar met de ministeriële verantwoordelijkheid zijn als hij van deze mogelijkheid gebruik zou maken. De Koning zou dan immers als lid van een van de Kamers vrijelijk en in het openbaar voor zijn politieke standpunten uitkomen. Tot 1970 bestond er in Nederland bij verkiezingen een opkomstplicht, waarvan de leden van het Koninklijk Huis uitgezonderd waren.

Zij kregen wel een oproep om te komen stemmen. Van Juliana is bekend dat zij als kroonprinses en na haar abdicatie van haar kiesrecht gebruik gemaakt heeft. Prins Willem-Alexander stemt naar eigen zeggen niet omdat hij vindt dat hij als toekomstig Koning boven de partijen moet staan.