kiesrecht
kiesrecht - Zelfstandignaamwoord 1. (politiek) (juridisch) recht om deel te nemen aan de verkiezingen voor vertegenwoordigende lichamen Woordherkomst samenstelling van kies(werkwoord) en recht Synoniemen stemrecht
Wiktionary (2019)
kiesrecht - Zelfstandignaamwoord 1. (politiek) (juridisch) recht om deel te nemen aan de verkiezingen voor vertegenwoordigende lichamen Woordherkomst samenstelling van kies(werkwoord) en recht Synoniemen stemrecht
Muiswerk Educatief (2017)
kiesrecht - zelfstandig naamwoord uitspraak: kies-recht 1. recht om te stemmen ♢ deze buitenlanders hebben geen kiesrecht Zelfstandig naamwoord: kies-recht het kiesrecht
Amnesty International (2007)
Kiesrecht is volgens het VN-verdrag (BuPo) het; deel te nemen aan de behandeling van openbare aangelegenheden, rechtstreeks of door middel van vrijelijk gekozen vertegenwoordigers, zoals in een parlement; en te stemmen (actief kiesrecht) en gekozen te worden (passief kiesrecht) in periodieke gelijkwaardige verkiezingen met geheime stemming. Voorwaa...
F.J.J. Tebbe (2005)
Volgens de Grondwet bezitten alle Nederlanders die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt het recht de leden van de Staten-Generaal te kiezen, tenzij zij zijn uitgesloten van het actief kiesrecht. Het recht om zelf gekozen te kunnen worden als volksvertegenwoordiger noemt men het passief kiesrecht. De grondwettelijke regeling sluit niet uit d...
Liek Mulder (1994)
Kiesrecht, belgië kende tot 1893 een censuskiesrecht. Na verlaging van de census in 1848 groeide het aantal kiesgerechtigden van vijftigduizend tot tachtigduizend. In 1893 werd het algemeen meervoudig kiesrecht ingevoerd, waarbij elke kiezer over een stem beschikte, maar er drie kon verwerven, afhankelijk van bezit of capaciteiten. Sinds 1919 verli...
Rijksoverheid (1992)
Algemeen kiesrecht: het recht om deel te mogen nemen aan de verkiezingen. belasting kiesrecht: wordt ook wel censuskiesrecht genoemd, alleen de mensen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden kregen kiesrecht.
Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)
De bevoegdheid om aan verkiezingen deel te nemen, te onderscheiden in actief en passief kiesrecht. Actief kiesrecht is het recht om ‘een stem uit te brengen’, dat wil zeggen vertegenwoordigers in de landelijke, provinciale en gemeentelijke besturen mede te kiezen; passief kiesrecht is de bevoegdheid zich voor deze vertegenwoordigingen a...
drs. L.A. Beeloo (1981)
is te onderscheiden in het actieve (het recht om te kiezen) en het passieve kiesrecht (het recht om gekozen te worden). Het algemeen actief kiesrecht kennen wij in Nederland sinds 1917 en sinds 1919 ook voor vrouwen; het algemeen passief kiesrecht kregen mannen èn vrouwen in 1917. In 1972 is het actieve kiesrecht toegekend met het 18de leven...
H.W.J. Volmuller (1981)
Nederland; bij de GW 1798 verleend aan allen die 20 jaar en ouder zijnde, aan bepaalde eisen voldeden (o.a. een eed aflegden tegen het stadhouderlijk bestuur). Deze democratie verdween bij de GW-1814; er kwam een → censuskiesrecht, dat bij de GW-1815 bleef bestaan en dat de GW-1848 handhaafde, al bracht de kieswet van het 1e ministerie-Thorbec...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: