Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

Gepubliceerd op 22-02-2023

PENSIONERING

betekenis & definitie

overgang van het actieve beroepsleven naar rust, bepaald door de chronologische leeftijd. Deze sociale instelling die indertijd zeer gunstig was, lijkt hedentendage een psychologische, sociologische en fysiologische vergissing.

Er zijn nl. aanzienlijke individuele verschillen bij het ouder worden en het zwakker worden der fysieke en mentale krachten. Talrijke werknemers zijn bij hun pensionering nog best in staat behoorlijk werk te leveren en ondergaan hun nieuwe situatie met weinig vreugde. Nu ze niet meer werken, voelen ze zich niet meer aangepast, gedevalueerd, ontevreden en sommige hunner vertonen schadelijke psychische reacties (→ neurasthenie), die zelfs tot → psychose of → zelfmoord kunnen leiden. Studies van Cavan, Burgess en Havighurst (VS) en Townsend (Eng) tonen aan dat voor de meeste mensen pensionering een tragedie is. Er gaan dan ook meer en meer stemmen op om het met pensioen gaan facultatief te maken en om overgangswerk te organiseren voor oudere werknemers. → Ouderdom, Seniliteit.PENTOTHAL, verdovende stof welke gebruikt wordt bij injecties om iemands psychisme te onderzoeken. Dit verdovende middel, bijgenaamd ‘waarheidsserum’, heeft de eigenschap dat het, gedeeltelijk althans, het → bewustzijn en de wil verdooft en iemands onbewuste bevrijdt van remmingen. Het maakt iemand volgzaam en beïnvloedbaar, maar maakt het niet altijd mogelijk objectieve informatie te krijgen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte de Duitse politie het om ‘spontane bekentenissen’ van gevangenen te krijgen. → Narco-analyse.