Definities van Levende taal verklarend woordenboek in de Ensie O
- October
- Okkernoot
- Om een haverklap
- Om hals brengen
- Onbekookt
- Onbewimpeld
- Onder de plak zitten
- Onder de roos
- Onder den hamer brengen
- Onder het juk brengen (het Fransche juk, enz.)
- Onder iemands duiven schieten
- Onderdaan
- Onderzaat
- Ongezouten
- Onguur
- Onkruid onder de tarwe
- Onnoozel
- Onstuimig
- Onverlaat
- Oog om oog en tand om tand
- Oogappel
- Ooievaar
- Oorlam
- Oostindisch doof zijn
- Ootmoed
- Op de schop zitten
- Op een gansje komen
- Op een- of dezelfde leest schoeien
- Op hem (of daarop) is geen peil te trekken
- Op het kussen zitten
- Op het tapijt brengen
- Op oud ijs vriest het licht
- Op til zijn
- Op zijn baadje krijgen
- Op zijn eigen houtje iets doen
- Op zijn elf-en-dertigst
- Opgeld doe
- Opperman
- Orakel
- Oude koeien uit den sloot halen
- Overbodig
- Overtollig