De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Palmen

betekenis & definitie

bomen met onvertakte stam, die uitloopt in brede bladerenkroon. Bladeren gesteeld, waaiervormig of veervormig ingesneden.

Grote rijke bloeiwijzen met kleine bloemen. Vrucht enkelvoudig, bes of steenvrucht. Dadel-P. (Hyphaena) is aan de top in takken verdeeld, kan tot 47 m hoog worden. Ook in Z.-Europa. De stam van sommige soorten bevat voedzaam meel (sago*). Jong loof en knoppen leveren palmkool.

Vlees der rijpe steenvruchten is eetbaar. Uit de zaadkernen wordt palmboter en palmolie* gewonnen. Sommige stammen leveren palmsuiker, waaruit door gisting palmwijn wordt verkregen. Van vezels der bladstelen worden touwen en weefsels vervaardigd, hout wordt als timmerhout gebruikt, bladstelen als dakbedekking, harde vruchtschalen als huisraad. De bladeren van de Palmyrapalm (Borassus flabelliformis), van de Kokospalm en van de Talipot (Corypha umbraculifera) worden gebruikt i.p.v. papier. De hiervoor geschikt gemaakte bladeren heten ollahs.

Letters worden duidelijk door inwrijven met een zwarte stof. Palmyraboeken (60 cm lang, 5 cm breed) zijn zeer duurzaam.