Werkwoorden vervoegen
palmen
Tegenwoordige tijd palmen
Ik palm
Jij palmt
palm jij?
U palmt
Hij/Zij/Het palmt
Wij palmen
Jullie palmen
Zij palmen
Verleden tijd van palmen
Ik palmde
Jij/U palmde
Hij/Zij/Het palmde
Wij palmden
Jullie palmden
Zij palmden
Voltooid deelwoord van palmen
gepalmd
Tegenwoordig deelwoord van palmen
palmend