palmen
Oude lengtemaat ter grootte van de breedte van de menselijke handpalm, c. 9 cm. Bij de invoering van het metrieke stelsel in 1820 gelijkgesteld aan de decimeter. In het steenhouwersvak wordt de term daarvoor nog gebruikt.
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Oude lengtemaat ter grootte van de breedte van de menselijke handpalm, c. 9 cm. Bij de invoering van het metrieke stelsel in 1820 gelijkgesteld aan de decimeter. In het steenhouwersvak wordt de term daarvoor nog gebruikt.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. (palmde, heeft gepalmd), (Zuidn.) op Palmzondag gewijde palmtakjes op de hoeken der bezaaide velden of tussen de wassende vruchten steken. II. (palmde, heeft gepalmd), 1. (overg.) iets omvatten en door hand over hand te grijpen naar zich toehalen; — (wederk.) zich palmen naar iets, hand over hand grijpende zich daarheen voortbewege...
Winkler Prins (1949)
bomen met onvertakte stam, die uitloopt in brede bladerenkroon. Bladeren gesteeld, waaiervormig of veervormig ingesneden. Grote rijke bloeiwijzen met kleine bloemen. Vrucht enkelvoudig, bes of steenvrucht. Dadel-P. (Hyphaena) is aan de top in takken verdeeld, kan tot 47 m hoog worden. Ook in Z.-Europa. De stam van sommige soorten bevat voedzaam mee...
M. J. Koenen's (1937)
I. palmde, h. gepalmd (iets omvatten en door hand over hand te grijpen naar zich toehalen; refl. hand over hand grijpend zich ergens heen voortbewegen): zich aan een touw naar boven palmen. II. palmde, h. gepalmd (Z.-N. met gevrijde palmtakjes voorzien): een veld palmen.
John Kooy (1933)
boomvormige gewassen in meer dan 1200' soorten, groote, gevederde of waaiervormige bladeren, groeien voornamelijk i/d tropen; zijn ook geacclimatiseerd i/h Z. v. Europa. Vele p. leveren bessen of steenvruchten ( → dadelpalm, → cocospalm, enz.) en zijn v. groot belang, zoowel v/d inboorlingen als v/d uitv. v. haar producten.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Palmae), een eenzaadlobbige plantenfamilie met waaier- of veervormige bladeren. Komt vnl. in tropen en subtropische streken voor. Enkele soorten (Chamaerops en Trachycarpus) kunnen in onze streken bij niet al te strenge winters zelfs buiten overblijven. Wild komt in Z. Europa alleen de dwergpalm (Chamaerops humilis) voor. De bloemen zijn meestal e...
P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)
Tot de statigste en sierlijkste bomen ter wereld behoren zeker de palmen, die den Europeaan onmiddellijk den indruk en het eigenaardige gevoel geven, dat hij zich in de tropen bevindt. Behalve de dadel- en kokospalmen, die wij reeds behandelden, bestaat er een uitgebreide palmenfamilie van meer dan 800 soorten; bijv. verscheidene varenpalmen, in Zu...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Palmen, - een plantenfamilie der Monocotylen met ongeveer 1200 soorten, bijna alle in de tropen. Het zijn meest groote, vaak zelfs boomachtige planten met meest onvertakte stammen, soms klimmend (rottan), met een eindelingsche bladerenkroon. De veer- of handvormig ingesneden bladeren zijn in den knop sterk geplooid en samengevouwen. De bloeiwijzen...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: