(1), als belijdenis het complex van de leerstellingen, die de mens over God heeft aanvaard en uit de betrekkingen van God met het schepsel afleidt;
(2) als godsverering: het geheel van de plechtigheden (offer en gebed), waarmede de mens God huldigt om daardoor uitdrukking te geven aan de relatie, waarin hij tot God staat;
(3) als godsdienstigheid : de inwendige geneigdheid van de mens om aan God de verering te geven, die hij Hem als zijn hoogste beginsel verschuldigd is.