De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 07-06-2020

God

betekenis & definitie

het hoogste wezen, waarop het geloof en de verering der monotheïstische godsdiensten (Jodendom, Christendom en Islam) zich richten, Schepper, Heer en Rechter van al het zijnde. Voor het christelijk geloof berust de kennis van God op de openbaring in Jezus Christus, door wie God zich heeft doen kennen als heilige Liefde, die de mens mag aanspreken als „Vader”; als het ene wezen in drie Personen, die de christen aanbidt als de Vader, de Zoon of het Woord, en de H.

Geest. De R.K. Kerk leert, dat, hoewel de openbaring noodzakelijk is, God toch ook met zekerheid gekend kan worden uit de schepping door het natuurlijk inzicht van het menselijk verstand (natuurlijke Godskennis); trouwens ook vele protestanten zijn deze mening toegedaan. Zo wordt van God gezegd, dat Hij is het onbegrensde en uit zichzelf bestaande Zijn, in tegenstelling met de schepselen, die een beperkt zijn en afhankelijk bestaan bezitten. Uit dit wijsgerig begrip worden afgeleid Gods Eenheid, Goedheid, Waarheid, en eveneens de eigenschappen, die volgens menselijke beschouwing aan God worden toegekend: eeuwigheid, onveranderlijkheid, almacht, alomtegenwoordigheid, alwetendheid.