(Anserinen), grote familie, omvat 45 soorten. Ingedrongen romp, korte hals en snavel, hoge poten, dicht in het midden van de romp.
Snavel heeft aan de kanten harde zeefplaatjes. Leven gedeeltelijk op het land (zelfs in bomen). Leden van één gezin zijn zeer aan elkaar gehecht. Voedsel is plantaardig: gras, kool, graan, peulen, bessen; soms insecten en schelpdieren. Ze worden gejaagd voor het vlees en de veren. Er zijn soorten die door vetmesten tot 15 kg. zwaar kunnen worden.
G. kunnen wel 30 jaar worden. Broedtijd duurt 28-30 dagen. De kuikens mogen pas na 3 weken in het water.