XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Jacques Ibert

betekenis & definitie

Jacques Ibert (François Antoine Marie) (Parijs 1890-1962) was een Franse componist - volgens zijn collega en landgenoot Dutilleux zelfs 'de meest Franse van ons allemaal' - en een belangrijk vertegenwoordiger van de generatie na Debussy. Zijn muziek beweegt zich door de meest uiteenlopende genres, soms ingetogen en poëtisch, soms openlijk populair en effectgericht, maar altijd met groot vakmanschap.

Ravel prees zijn orkestratiekunst door te stellen dat alleen Ibert zijn Boléro had kunnen instrumenteren. Met zijn gevoel voor kleur, diepte, beweging en contrast voelde hij zich het meest thuis bij het muziektheater. Altijd werkte hij wel aan een ballet of opera of aan filmmuziek, een avontuurlijk genre dat hem bijzonder interesseerde.

Aarzelend tussen marine, toneelschool en conservatorium koos de jonge Ibert voor een muziekstudie, op advies van Manuel de Falla. De belangrijkste lessen kreeg hij evenwel tijdens privé-sessies bij André Gédalge, waar Honegger en Milhaud zijn medestudenten waren. Hoewel hij tijdens de Eerste Wereldoorlog het componeren moest opofferen aan militaire dienst, won hij onmiddellijk daarna de Prix de Rome, een traditionele toetssteen voor jonge Franse musici.

Al in zijn vroege composities verliet hij - zoals veel van zijn generatiegenoten - de delicate klankwereld van Debussy; veeleer nam hij de klassieken (waaronder Mozart) tot voorbeeld, geactualiseerd met Stravinski-invloeden. In dat opzicht is hij geestverwant van Honegger en Poulenc, die rond 1920 beroemd werden als leden van Le Groupe de Six niet zozeer een zelfverkozen groep als wel een publicitaire hype waar Ibert niet van meeprofiteerde, omdat hij toen in Rome verbleef. Voortdurend verlegde Ibert zijn horizon: tijdens reizen door het Middellandse Zeegebied verzamelde hij 'exotische' indrukken die hij in zijn composities verwerkte.

Teruggekeerd in Parijs ontpopte hij zich vooral als theatermusicus. Hij componeerde twee opera's in samenwerking met Honegger eer de Tweede Wereldoorlog uitbrak, een periode waarin Ibert, symbool van het Franse verzet, het schitterende Strijkkwartet schreef.

Na 1945 voelde hij zich ook in diverse bestuursfuncties betrokken bij de wederopbouw, maar niet als avant-gardist. Hij wantrouwde de systematiek van Boulez; wel voorvoelde hij de theatrale mogelijkheden van elektronische muziek Zijn eigen muzikale taal bleef vooroorlogs, maar daarbinnen schiep hij zijn eigen vrijheden. Eigenzinnigheid, precisie, vitaliteit en gevoel voor kleurcontrast: een Frans componist pur sang.

Oeuvre
7 opera's en ca. 20 andere muziektheaterwerken; ca. 22 orkestwerken, waaronder een fluitconcert en een altsaxofoon-concertino; muziek voor film en radio; liederen, pianowerken en kamermuziek, waaronder een strijkkwartet.