XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Domenico Scarlatti

betekenis & definitie

Domenico Scarlatti (Napels 1685-Madrid 1757) was een Italiaans-Spaans componist van honderden klavecimbelsonates die onmiskenbaar behoren tot de Rococo; wat betreft de vorm wijzen zij echter vooruit naar de klassieke sonate. Naar eigen zeggen schroomde Scarlatti niet om 'alle regels der compositie te doorbreken' en bracht hij vele pianistische vernieuwingen: snelle toonherhalingen, het kruisen der handen, grote sprongen, octaaf-en sextparallellen. Zijn fonkelende originaliteit uitte zich ook in de uitdrukkingskracht van zijn muziek, zoals plotselinge majeurmineur wendingen. Soms imiteerde hij de Spaanse volkszang van 'voermannen en muilezeldrijvers'.

Domenico's vader was de beroemde operacomponist Alessandro Scarlatti. Deze invloedrijke man hielp zijn zoon op weg:'Met geweld heb ik hem uit Napels weggehaald, zijn talent is niet voor zo'n plaats. (Hij] is een adelaar met volwassen vleugels, hij behoort niet werkeloos in het nest te blijven en ik mag hem niet hinderen in zijn vlucht.' Toch voelde Scarlatti later de faam van zijn vader ook wel als een belasting; pas na diens dood (1725) schreef hij zijn beste muziek. In zijn jonge jaren in Venetië moet Scarlatti al een bekend klavecinist zijn geweest: hij zou bijeen klavierwedstrijd niet hebben ondergedaan voor Händel. Tussen 1709 en 1719 bekleedde Scarlatti belangrijke muzikale posities in Rome. Voor het kleine, knusse theatertje van de uitgeweken Poolse koningin Maria Casimira schreef hij opera's en hij was kapelmeester in dienst van de Cappella Giulia en de Portugese gezant.

In 1719 vertrok Scarlatti naar Portugal waarmee hij goeddeels uit het blikveld van de muziekhistorici verdwijnt. De schaarse feiten melden dat hij in Lissabon kapelmeester was van koning Joào V, en klavecimbelleraar van diens begaafde dochter, infante Maria Barbara; negen jaar later, toen zij de Spaanse kroonprins Ferdinando huwde, volgde hij haar naar het koninklijk hof te Madrid. Waarschijnlijk bleef hij daar de rest van zijn leven. Opvallend: vanaf nu componeerde Scarlatti vrijwel alleen nog ééndelige klavecimbelsonates (die mogelijk zijn bedoeld om in 'paren' te worden gespeeld). Binnen deze beperking echter leven bijna alle menselijke gemoedstoestanden. Van de 555 sonates publiceerde hij er maar liefst 525 niet; slechts dertig verschenen er onder de bescheiden titel Essercizi ('Oefeningen',1738), een dankbetuiging aan Joào V toen deze hem in de adelstand verhief. De overige sonates staan o.a. in vijftien handgeschreven prachtbanden die Scarlatti in zijn laatste jaren liet aanleggen; waarschijnlijk schonk hij ze aan Maria Barbara (volgens een verhaal in de hoop dat zij zijn gokschulden zou afbetalen). De Essercizi en andere sonates in ongeautoriseerde edities waren al tijdens Scarla tti 's leven in heel Europa populair, terwijl hij ze zelf als niet méér beschouwde dan 'een ingenieus schertsen met de kunst'.

Oeuvre
555 klavecimbelsonates; 13 opera's; vele (kamer)cantates, oratoria enz.; 17 sinfonia's (instrumentaal); religieuze werken.