XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Alessandro Scarlatti

betekenis & definitie

Alessandro Scarlatti (Palermo 1660-Napels 1725) was een Italiaanse componist uit de late barok en vader van de klaviervirtuoos Domenico Scarlatti. In het genre opera seria was Alessandro van groot belang voor de Napolitaanse opera. Terwijl zijn opera's nu vrijwel vergeten zijn, was hij in zijn tijd zeer succesvol en kreeg hij ook veel opdrachten uit Rome, Venetië en Florence.

Eerder dan Händel gebruikte hij de da capo-vorm voor zijn opera-aria's, en met zijn Italiaanse sensualiteit en het plaatsen van komische accenten in een ernstige context wees hij ver vooruit naar Mozart. Zo liet hij de eerste twee akte's van een ernstige opera steevast eindigen met een komisch duet. Hij legde hiermee de basis voor de latere 'buffo finale' (zie opera buffa). Bovendien schijnt hij degene te zijn geweest die de Italiaanse opera ouverture zijn definitieve driedelige vorm heeft gegeven: snel-langzaam-snel in dansritme. Scarlatti's ouvertures stonden wat betreft de thematiek los van de bijbehorende opera's.

'Een vriend van de adel en de prinsen', zo karakteriseerde kardinaal Ottoboni de elegante Alessandro Scarlatti. De componist verkeerde inderdaad zijn leven lang in aristocratische kringen. Vanaf zijn twaalfde woonde hij in Rome, waar hij waarschijnlijk studeerde bij de oratoriumcomponist Giacomo Carissimi. Vervolgens werd hij door Ottoboni aangesteld als kapelmeester van zijn huisorkest, en kreeg hij daarnaast als koordirigent een functie in een van de belangrijkste Romeinse kerken: de Sta Maria Maggiore. De Zweedse koningin Christina die na haar troonsafstand een prachtig paleis in Rome bewoonde, was verrukt over de man en zijn muziek, en gaf Scarlatti de leiding over haar eigen operatheater. In Florence (1702-03) ging Alessandro om met de vorsten van de De Medici-familie, en schreef hij opera's voor prins Ferdinando. Maar de belangrijkste periode van zijn leven bracht hij door aan het hof van Napels (1684-1702) waar hij zo'n 45 opera's componeerde. In 1723 kwam hij terug in Napels; als componist gold hij inmiddels als 'ouderwets', maar als leraar (o.a. van Johann Hasse) was zijn belang ook toen nog groot .

Oeuvre
Ca. 70 opera's; ruim 600 cantate's; ca. 38 oratoria; ca. 100 motetten en andere religieuze werken.