(= klein deeltje, akkertje), Mariakerkje nabij Assisië, misschien uit de 6e
eeuw. In 1207-1208 door St. Franciscus van Assisië hersteld, geliefkoosde verblijfplaats van dezen Heilige, die aldaar stierf. Stamklooster van de Orde der → Minderbroeders. Beroemd door de Portiuncula-aflaat, volle → aflaat op de geloovige zielen toepasselijk na biecht (en buiten de Portiunculakapel ook H. Communie), → toties quoties te verdienen, als men de Portiunculakapel òf een Minderbroederskerk òf een kerk, waar een afdeeling van de → Derde Orde van St. Franciscus haar zetel heeft, bezoekt van ’s middags 1 Augustus tot middernacht 2 Augustus of den volgenden Zondag, en zes maal het Onze Vader, Wees Gegroet en Gloria zij den Vader bidt tot intentie van Z. H. den Paus. De aflaat zou door den H. Franciscus afgesmeekt zijn op den dag, dat de P.-kapel ingewijd werd.