(impedimen’ten), omstandigheden, waarin een persoon zich bevindt en waardoor hij een → huwelijk niet geldig kan of mag sluiten. Zij worden verdeeld in natuurwettelijke (b.v. lichamelijk onvermogen) en positief-wettelijke (zoowel burgerlijke als kerkelijke); in verbiedende (die het huwelijk niet ongeldig, maar ongeoorloofd maken), en ongeldigmakende. Huwelijksbeletselen vaststellen is een uiting van rechtsmacht over het huwelijk. Daarom heeft de Kerk uitsluitend het recht, huwelijksbeletselen vast te stellen voor het huwelijk van gedoopten.
De verbiedende H. zijn: gelofte, gemengde godsdienst, wettelijke verwantschap (indien deze ook in de burgerlijke wetgeving ongeoorloofd makend is).
Ongeldigmakende H. zijn: leeftijd, lichamelijk onvermogen, huwelijksband, verschil in eeredienst, heilige → wijding, plechtige kloostergelofte (zie Gelofte), gewelddadige ontvoering, misdaad, → bloedverwantschap, → aanverwantschap, openbare oneerbaarheid, geestelijke verwantschap, wettelijke verwantschap (indien deze ook in de burgerlijke wetgeving ongeldigmakend is).
Dispensatie in natuurwettelijke H. kan noch de burgerlijke, noch de kerkelijke overheid verleenen, in de kerkelijke huwelijksbeletselen kan de paus om bijzondere redenen dispenseeren.
Zie ook Gemengd Huwelijk en Paulijnsch voorrecht.