Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Toon

betekenis & definitie

1° (muziek)

a) geluid, veroorzaakt door een geluidsbron, die harmonische ➝ trillingen volbrengt. De t. zijn vastgesteld in mathematisch berekende trillingsverhouding en wel naar verschillende stemmingen: reine, Pythagoreïsche, ongelijkzwevende, gelijkzwevende. ➝ Stemming. Zie verder het art. Tonbestimmung in Riemann’s Musik-Lexikon.
b) Heele toon (tonos; tonus), d.i. de eenheid in de diatonische toonladderverdeeling; halve t. (hemitonium, semitonium) kan zijn ofwel diatonisch (mi-fa, si-do) of chromatisch; in de gelijkzwevende temperatuur 1/12 der octaaf.
2° In de schilderkunst de verhouding van licht en donker in een teekening of schilderij, onverschillig of er in één of meer kleuren is gewerkt. De fijn uitgewogen toonverhoudingen bepalen vaak de stemming, welke van een schilderij of teekening uitgaat. Zoo is bij Matthijs Maris’ grijze schilderijen, waar welhaast alle kleuren tot schakeeringen van zilverige tinten teruggebracht zijn, de toon het voornaamste uitdrukkingsmiddel van den kunstenaar.