Wat is de betekenis van toon?

2024-03-29
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Toon

Zie Antonius

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Toon

Toon - Eigennaam 1. (mannelijke naam) een jongensnaam Toon ging meestal met de motor naar zijn werk. Woordherkomst Verkorting van Anthonius. Zie ook toon

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

toon

toon - zelfstandig naamwoord 1. klank met bepaalde hoogte ♢ met welke toon begint dit lied? 1. hij zal wel een toontje lager zingen [minder praatjes hebben] 2. zij valt uit de t...

2024-03-29
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Toon

(m.), een geluid met een bepaalde omschreven gewaarwording van luidheid, toonhoogte en timbre, boven~, een trilling met een frequentie die het veelvoud is van de grondtoon. Deze tonen worden ook wel harmonische tonen genoemd, met uitzondering van de eerste; eerste harmonische ~ → grondtoon; enkelvoudige ~, → zuivere toon; grond~, syn...

2024-03-29
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

toon

Toon is: 1) (beeldend): het karakter van de kleur; de mate waarin een kleur meer of minder is verhelderd of verdonkerd is door toevoeging van wit of zwart; vgl. met tint; zie ook kleurtoontrap; 2) (muziek): het geluid dat ontstaat door het in trilling brengen van een instrument, bijv. door een snaar (gitaar, harp), lucht (blaasinstrumenten), een ve...

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Toon

[Lat. tonus = spanning van snaar, van Gr. tonos = spanning, klank, toonhoogte, van teinein = spannen] 1. (muz.) klank met bep. trillingsgetal; afstand tussen twee noten; 2. tint, kleurnuance; wijze van spreken; 3. gradatie van grijstinten in een foto.

2024-03-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

toon

elke regelmatige trilling waarvan het trillingsgetal (= aantal trillingen per seconde) binnen het hoorbaarheidsgebied ligt. Het aantal trillingen per seconde heet de frequentie of toonhoogte, de sterkte van de trillingen noemt men wel de toonsterkte. Is de trilling niet regelmatig, dan spreekt men van geruis.

2024-03-29
Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Toon

‘De toon valt op de tweede lettergreep.’ (Van Dale) In de zin van ‘klemtoon’ werd toon in de jaren ’50 soms als een germanisme (D. ‘Ton’) beschouwd. Sinds de jaren ’60 vermelden Van Dale en Koenen deze betekenis als niet meer gewoon of als verouderd. In sommige woordenboeken (Verschueren, Kramers, Ja...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Toon

doen; Nieuwhoogduits tun.