noemt men de wonderbare werking van God, ten gevolge waarvan de H. Maagd haar Goddelijken Zoon ontving. Deze werking wordt aan den H. Geest toegeschreven, omdat het bij uitstek een werk van Goddelijke Liefde is.
De term o. wordt door den evangelist Lucas (1.35) gebruikt en is in de theologie overgenomen. v.d. Putte.