beteekent ofwel het bekend maken van wat onbekend was in het algemeen, en in het bijzonder: het door God op bovennatuurlijke manier bekend maken van wat door het menschelijk verstand op natuurlijke wijze niet gekend kán worden (g o d d el ij k e o.); ofwel de inhoud van die mededeeling, de waarheden, die bekend worden gemaakt. Dit bekend maken geschiedt aan het verstand, niet door de zgn. godsdienstige ervaring of gevoel. De o. kan bestemd zijn voor enkelingen of voor alle menschen; rechtstreeks of door tusschenpersonen (→ profeten) gegeven worden; dingen meedeelen uit de bovennatuurlijke orde, die onder geen omstandigheden voor de menschen op natuurlijke manier kenbaar zijn, of andere zaken, die de menschen alleen met veel moeite, lange studie, in bijzonder gunstige omstandigheden en dan nog niet volledig zouden kunnen vinden, zoodat ook deze o. noodzakelijk is, zij het slechts zedelijkerwijze. De o. omvat zoowel de f o r m e e l e o., nl. de waarheden, die uitdrukkelijk of in gelijkstaande formuleering worden meegedeeld, als de virtueele o., nl. de waarheden, die in de formeele o. liggen opgesloten, er als gevolgtrekkingen uit voortvloeien of op andere wijze mee samenhangen.
De goddelijke o. is neergelegd in de H. → Schrift en de → Overlevering; het voorstellen en uitleggen ervan is toevertrouwd aan het → leergezag van de Kath. Kerk; zij moet worden aanvaard met het → geloof.
Li t.: van Noort, Do Vera Religione (cap. II). Pauwels.
Voor de Openbaring van St. Joannes, zie Apocalyps van Joannes.
