Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Jurisprudentie

betekenis & definitie

De meest algemeene beteekenis van dit woord is rechtsgeleerdheid, vervolgens rechtspraak en in het bijzonder de rechtsopvatting gehuldigd door personen of colleges met de rechtspraak belast, blijkende uit genomen beslissingen. De j. (rechtsopvatting) vooral van den Hoogen Raad, (in België het Hof van Verbreking) als hoogste instantie, is van groot belang; hieruit kan in vele gevallen reeds bij voorbaat het al of niet slagen eener vordering worden bepaald.

Door rechtsgeleerden van dezen tijd wordt de rechtspraak meestal beschouwd als een zelfstandige rechtsbron, die de wet aanvult, aanpast aan nieuwe toestanden, en zelfs haar beteekenis geleidelijk wijzigt: zulks geldt alleen van een vaste en eensluidende rechtspraak.Lit.: P. Bellefroid, De bronnen van het stellig recht (1927); P. Scholten, in Asser’s Handl. Burg. Recht Algemeen Deel 1934. Bronsgeest / V. Dievoet.