(➝ oud-Germ. thu), persoonlijk voornaamwoord, 2e pers., heeft in alle Ned. gewesten bestaan, doch vanaf de 13e eeuw wordt het in Fransch-, West- en Oost-Vlaanderen nog enkel in geijkte formules (gebeden en opschriften) aangetroffen. In Brabant was het in de 16e eeuw aan het verdwijnen; in de Nned. streken, waar du in de volkstaal tot de 16e eeuw bestond, geraakte het van dan af stilaan in onbruik.
Heden komt du nog alleen voor in het Noorden (Groningen) en het Oosten (Oostelijk Drente, Twente); in Noord-Brabant van de mich-lijn af, en in Oostelijk Belgisch Limburg).Lit.: G. G. Kloeke, De nieuwe Taalgids (1926, 2, 3; Tijdschrift 29, 255; 52, 6); Teuthonista (2, 85); Jacobs, Het Westvlaamsch (286).
Jacobs.