Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Buurtschap

betekenis & definitie

Buurtschap - heette het nauwe verband, dat vroeger onder buren bestond en zich vooral openbaarde in onderling hulpbetoon, zooals bij geboorte, huwelijk en overlijden. Hieruit ontstonden buurtgilden, waarvan de zgn. „putten” te Roermond nog een overblijfsel zijn: een pomp met het beeld van een heilige vormt het middelpunt der buurt.

Op de dorpen leeft hier en daar de buurtschap nog voort, ook door hulp bij het landbouwbedrijf, bij zware rampen en bij het verhuizen. In Noord-Brabant wordt een nieuwe dorpsbewoner nog feestelijk ingehaald met versierde karren, waarop het gezin plaats neemt en waarmee de inboedel vervoerd wordt. In het Oosten van Nederland bestaat de belooning voor de hulp in het intrekkingsmaal; in Oost-Vlaanderen heet dit de overhaalfeeste. Bij ziekte gaat de buurt ter bedevaart naar naastbijzijnde kerk of kapel.

Gezellig samenzijn heet buurting of buuravond; op het platteland geschiedt dit nog wel in den slachttijd. Omdat vroeger bij feesten nogal veel bier gedronken werd, heetten die bijeenkomsten hiernaar: geboortebieren, verlovingsbieren, naargelang van wat men vierde. Hiertoe behooren ook de buurmaaltijden of buurmalen.

Lit.: dr. Jos. Schrijnen, Nederlandsche Volkskunde (I 21930, 313-317); Guido Gezelle, Loquela.

Knippenberg.