Wat is de betekenis van schrijnen?

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schrijnen

schrijnen - regelmatig werkwoord uitspraak: schrij-nen 1. branderig aanvoelen ♢ de wond schrijnt vervelend Regelmatig werkwoord: schrij-nen het schrijnt zij schrijnen ...

2024-04-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

schrijnen

schrijnen - Heiligdommen die klein zijn in omvang en bedoeld voor persoonlijk gebruik. Hier inbegrepen zijn persoonlijke heiligdommen voor de traditionele rituele en religieuze devotionele doeleinden, daterend uit de oudheid tot de moderne tijd in vele culturen. Ook inbegrepen zijn moderne werken, gemaakt in de vorm van devotionele heiligdommen: v...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schrijnen

v., skrine, smerte, write, riffelje, ribbelje.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schrijnen

(schrijnde, heeft geschrijnd), 1. pijnlijk zijn door schuren of schaven : dat harde goed schrijnt; 2. een pijnlijk trekkend en brandend gevoel geven of veroorzaken : de wond schrijnt; veelal van fig. wonden, en vand., vooral in het teg. deelw.

2024-04-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Schrijnen

Jozef K. F. H. (1869-1938), Ned. priester en taalgeleerde; hoogl. te Utrecht, 1923 aan R.K. univ. te Nijmegen. Schreef o.m. Handleiding bij de studie der vergelijk. Indog. taalwetenschap, Ned. Volkskunde.Laurentius J. A. H. (1861-1932), Ned. priester en bisschop. Sinds 1897 president van het Bisschoppelijk College te Roermond, daarna directeur van...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schrijnen

schrijnde, h. geschrijnd (1 door wrijving of spanning letsel of pijn veroorzaken; afschaven van de opperhuid; 2 een pijnlijk trekkend, een pijnlijk gespannen gevoel geven; gloeien van wonden): 1 ik heb mijn tenen geschrijnd in mijn te nauwe schoenen; 2 het zonnelicht schrijnt mijn zieke ogen; een wonde kan schrijnen; fig. als deelw. zie s c h r ij...

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Schrijnen

1° Josef Carel Frans Hubert, Klassiek philoloog; broer van 2°. * 3 Mei 1869 te Venlo, ✝ 26 Januari 1938. 1894 priester gewijd en leeraar te Roermond; 1910 lector, 1912 bijzonder hoogleeraar, 1921 buitengewoon hoogleeraar te Utrecht; 1923 professor te Nijmegen in Gr. en" Lat. taalkunde, alg. taalwetensch. en volkskunde ; 1924 geheim kam...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schrijnen

('schrijnən) (schrijnde, heeft geschrijnd) [~ scheren] 1. door wrijving of spanning letsel of pijn veroorzaken : die laarzen-mij de voeten open. 2. een pijnlijk trekkend, pijnlijk spannend gevoel veroorzaken : -de wonden. 3. pijnlijk aandoen : een -d gevoel; tot -s toe.