Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

ZON

betekenis & definitie

is in de voorstelling van de Bijbel een belangrijk element in Gods scheppingswerk: het grootste van de beide grote lichten (Gen. 1 : 14-16), en wordt op verschillende plaatsen in haar bewegingen en haar werkingen beschreven: zij veroorzaakt hitte op de middag (Ps. 121) en bevordert gelijk de maan de plantengroei (Deut. 33 : 14). Daar zij wordt beschouwd als een heilzame, warmte en licht verspreidende kracht, wordt de verduistering, „het zwarte wonder” der zon, waarvan de profetieën van onheil en oordeel spreken (bijv.

Is. 13 : 10, Joël 2 : 10, Matth. 24 : 29, Openb. 6 : 12), gevreesd als een der verschrikkelijkste rampen. Van een cultus van de zon, als in Egypte (men denke aan de zonnegod Re en aan de bijzondere zonneverering in de religie van Echnaton), Babylonië (Sjamasj), Griekenland (Helios) en elders is echter in de Bijbel geen sprake.

Wel wordt de zon dikwijls gebruikt als beeld: voor God zelf (Ps. 84 : 12), voor de rechtvaardigen, die „zullen stralen als de zon” (Matth. 13 : 43) en ter beschrijving van de heilstijd, waarin de „zon der gerechtigheid zal opgaan” (Mal. 4:2). De komst van Jesus is de opgang (der zon) uit den hoge (Luc. 1 : 78). zie Dag, Licht, Jaar.