Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

OVERLEVERING

betekenis & definitie

in de strikt theologische zin — ter onderscheiding van de louter apostolische en louter kerkelijke overleveringen, welke niet tot de openbaring behoren is, actief gezien: het doorgeven van de goddelijke openbaring; passief of objectie genomen: de geopenbaarde waarheden, welke door de apostelen en hun opvolgers zijn overgeleverd, de middelen waardoor deze overlevering plaatsvindt en de documenten waarin deze is neergelegd (bijv. de geschriften van Kerkvaders, de akten van een concilie). Oorspronkelijk, d.i. tijdens het leven van de apostelen, had deze overlevering het karakter van een door de H.

Geest geïnspireerd getuigen over het Evangelie, dat in Jesus Christus geopenbaard is. Nó. de apostelen bestaat de overlevering in het eveneens door de H.

Geest geïnspireerde getrouw bewaren en verklaren van de apostolische verkondiging. Het onderscheid tussen de overlevering tijdens en na de apostelen houdt in: 1. dat in het eerste stadium het getuigen over de openbaring plaatsvond en dus de overlevering nog in wording was (traditio constitutiva), terwijl met het heengaan van de apostelen de openbaring afgesloten is en er dus alleen nog maar plaats is voor een voortlevende overlevering (traditio conservativa);
2. dat de apostolische overlevering het fundament vormt van de kerkelijke overlevering, zodat men deze apostolisch moet noemen. Het concilie van Trente heeft, tegen de thesis van de Reformatie, dat de H. Schrift de enige regel van het geloof is, gedefinieerd, dat er overleveringen bestaan, welke als regel van geloof gelijkwaardig zijn aan de H. Schrift, omdat zij hun oorsprong hebben in de apostolische verkondiging en door middel van ononderbroken opvolging in de Katholieke Kerk bewaard zijn gebleven. Het is echter niet de bedoeling geweest van Trente te bepalen, dat de openbaring deels in de H. Schrift, deels in de overlevering wordt gevonden. De overlevering betreft niet slechts een deel van de openbaring, maar omvat het geheel als voortzetting van de apostolische verkondiging. De goddelijke openbaring komt op twee wijzen tot ons: als het geschreven Woord Gods in de geschriften van het O.T. en het N.T. en als de overlevering van het door de apostelen gepredikte Woord Gods. tiet Vaticaans Concilie (1869-1870) spreekt over de geopenbaarde waarheden, „welke vervat zijn in het geschreven of overgeleverde Woord Gods”.

De verhouding van de overlevering tot de Schrift kan als volgt worden bepaald: 1. aan de geschriften van het N.T. is de apostolische overlevering voorafgegaan; 2. de H. Schrift van het N.T. is feitelijk ontstaan als geloofsverkondiging en vormt de schriftelijke fixering van de apostolische prediking; door de inspiratie van de H. Geest is deze fixering het geschreven Woord Gods; 3. het is noodzakelijk, dat de H. Schrift als het steeds levende Woord Gods door de Kerk wordt overgeleverd en als Woord Gods wordt voorgehouden; in zoverre behoort dus ook de H. Schrift tot de overlevering en is daarvan zelfs de meest kostbare inhoud; 4. het is bovendien noodzakelijk, dat de H. Schrift als het Woord Gods, dat uit de apostolische overlevering is ontstaan, in het geheel van de overlevering verstaan wordt en dus door de Kerk verklaard wordt.

Het doorgeven van de openbaring geschiedt in het geloof van de gehele Kerk, in de prediking, het sacramentele leven en het totale geloofsleven. De bisschoppen hebben hierin een leidende functie; zij zijn brj uitstek degenen, die in de bediening van de Sacramenten en de prediking van het Woord Gods de openbaring doorgeven. Onder de bisschoppen neemt de paus als opvolger van Petrus in de overlevering van de openbaring een leidende en beslissende plaats in. De overlevering is dus gebonden aan de opvolging in het apostolische ambt; de „successio doctrinae” wordt gedragen door de „successio muneris”. De ziel van de overlevering is de H. Geest; door de bezielende aanwezigheid van de H.

Geest alleen is de overlevering regel van het geloof. Hierin berust ook haar principiële onfeilbaarheid. B. V. L.