Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

CONCILIE

betekenis & definitie

(Lat.: concilium, vereniging, samenkomst, vergadering). Valt te onderscheiden in:

1.Algemeen concilie, dat men zou kunnen omschrijven als een vergadering van bisschoppen die, samengeroepen om een goede, wettige reden, in gemeenschap met de paus het plechtige kerkelijke leergezag vormen en onder bijstand van de H. Geest algemeen geldende disciplinaire maatregelen kunnen treffen en een onfeilbare geloofsbelijdenis of geloofsdefinitie kunnen opstellen. Zijn de eerste algemene concilies niet door de paus maar door de keizers, die met hun tijdgenoten meenden hiertoe het recht te bezitten, bijeengeroepen, de tegenwoordige kerkelijke wetgeving, vastgelegd in de Codex Iuris Canonici, welke als zodanig met andere woorden als wetboek een reglementering bevat voor de toekomst en geen beoordeling inhoudt van het verleden, bepaalt hieromtrent, dat er geen algemeen concilie kan zijn, dat niet door de paus is samengeroepen. Was ook het voorzitterschap op het eerste algemene concilie in 325 niet in handen van de paus of van de pauselijke legaten, de codex bepaalt nu, dat het de paus toekomt het algemene concilie in persoon of door anderen voor te zitten, agenda en inrichting van het concilie vast te stellen, het te verplaatsen en te onderbreken, terwijl ook de ontbinding aan de paus toekomt, iets wat in de eerste eeuwen ook door de keizer geschiedde. Definitief bindende kracht hebben de besluiten van een algemeen concilie niet, vóór zij door de paus bevestigd en op diens bevel gepromulgeerd zijn, aldus de codex. Een pauselijke bekrachtiging door een afzonderlijke act na afloop van het concilie achtte men in de eerste eeuwen niet noodzakelijk om de rechtsgeldigheid der besluiten te aanvaarden en het concilie als algemeen te beschouwen; hier moet men bedenken, dat de opvattingen omtrent het primaatschap van de bisschop van Rome (dat in de eerste eeuwen ongetwijfeld werd erkend) en de practische doorvoering van die opvattingen in de loop der eeuwen nog een hele ontwikkeling moesten doormaken, alvorens zij de huidige omvang zouden bereiken.

Behalve de bisschoppen moeten er volgens de codex ook andere bepaalde kerkelijke functionarissen worden opgeroepen.

2.Plenair concilie. Dit is een kerkvergadering van bisschoppen van verschillende kerkprovincies, die bijeen kunnen komen na gevraagd verlof van de paus, die zijn legaat aanwijst, om het concilie samen te roepen en voor te zitten. Ook leden van seculiere en reguliere clerus kunnen worden opgeroepen, maar zij hebben alleen raadgevende stem.
3.Provinciaal concilie. Dit is een verplicht concilie daar de codex bepaalt, dat in iedere afzonderlijke kerkprovincie minstens om de twintig jaren een provinciaal concilie worde gehouden. Voor dergelijke, meer beperkte concilies wordt gewoonlijk de term synode (Grieks: synodos) gebruikt, een term door het westen reeds vanaf de Oudheid van de Grieken overgenomen. Provinciale synoden werden reeds in de oude kerk veelvuldig gehouden.

Tenslotte kunnen er nog diocesane synoden of vergaderingen gehouden worden.

M. G.