Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

MECHELEN

betekenis & definitie

is de zetel van de aartsbisschop-primaat van België. Van 1921-1925 werden te Mechelen op initiatief van Lord Halifax onder voorzitterschap van kardinaal Mercier vier conferenties gehouden met een particulier karakter, waaraan vijf Katholieken (o.a. mgr.

Van Roey) en vijf Anglicanen deelnamen om een hereniging van de Anglicaanse Kerk met Rome te bespreken (de zgn. Mechelse conferenties).

Ze hadden geen onmiddellijk resultaat. Het pauselijk primaat was de grootste moeilijkheid.

Kerkelijk behoorde Mechelen achtereenvolgens tot de bisdommen Kamerijk en Luik, tot het in 1559 zelf aartsbisdom werd (suffragaanbisdommen: Antwerpen, Gent, Brugge, leper, Den Bosch en Roermond) en tevens primaatszetel der Nederlanden. Door het concordaat van Napoleon in 1801 hield het op primaatszetel te zijn en omvatte het als aartsbisdom de bisdommen Doornik, Gent, Namen, Luik, Aken, Trier en Mainz.

Bij de Belgische onafhankelijkheid in 1830 werd het de primaatszetel van België, omvattend als kerkprovincie de bisdommen Doornik, Gent, Luik, Namen en Brugge (sinds 1834). Het seminarie van Mechelen bestaat sinds 1609.

Eerste aartsbisschop was Granvelle. De 16de in de rij, waarin ook kardinaal Dechamps voorkomt, is de huidige primaat J.

E. van Roey, sinds 1926 opvolger van kardinaal Mercier. Het aartsbisdom telt thans 902 parochies, verdeeld over 56 dekenaten.